De vergeten M’s die van jou een briljante ruiter maken
“Vroegah” reden we nog ‘gewoon’ dressuur. Soms kan ik daar best wel eens naar terug verlangen. Toegegeven, vroeger is al best lang geleden 😉 en het menselijk geheugen is erg goed in dingen rooskleuriger opslaan dan dat ze zijn.
Wat wel zo was: toen was het allemaal nog relatief simpel. Je had één of twee mensen met een hele berg kennis waar jij als leerling van mocht leren. Een soort Yoda en Luke Skywalker. Een inwijding in de wereld van paarden, training en dressuur. Wat daar heel fijn aan was, was dat je niet hoefde te kiezen. Want er was niet zoveel te kiezen. Dit was gewoon wat het was.
Ik had het geluk terecht te zijn gekomen op een stoeterij met mensen met werkelijke paardenwijsheid. Wat ik leerde, was logisch en voelde ook goed. Tegelijkertijd was er ook ruimte om mezelf te ontwikkelen, om zelf dingen uit te vogelen en mijn eigen wijsheid te ontdekken. Ik ben daar nog steeds super dankbaar voor dat dat jarenlang mijn ‘paardenthuis’ was.
Nieuwe tijden
Maar tijden veranderen. Zo merkten we dat ineens Parelli om de hoek kwam kijken, en Monty Roberts. Ze vertelden over nieuwe methodes, waar wij van dachten: dat doen we al jaren zo. We hoorden ook steeds meer ruiters bijvooorbeeld zeggen: ‘ik doe aan rechtrichten’. En dan dachten wij: ja nogal wiedes, dat hoort ‘gewoon’ bij dressuur.
Nu, vele jaren later, zijn er methodes te over. Sommige wat meer geslaagd dan anderen, maar er is voor ieder wat wils en het mooie daarvan is: er is ontzettend veel kennis beschikbaar. En ook daar ben ik héél dankbaar voor. In de afgelopen jaren heb ik zo ontzettend veel bij kunnen leren en kunnen toevoegen aan mijn eigen wijsheid (dus niet eigenwijsheid ;)).
De 3 M’s
Doordat er nu zoveel methodes beschikbaar zijn, is dat ook waar we het veel over hebben. Want je kunt nu eenmaal niet alles tegelijk doen, dus je moet kiezen. Daardoor vraag je je af: waar doe ik goed aan? Welke is goed, welke is niet goed. Welke methode is efficiënter, beter, paardvriendelijker dan de andere.
Hoewel de methode enorm belangrijk is, zijn er nog twee andere aspecten die samen met de methode bepalen of je training succesvol, paardvriendelijk of effectief is. Die drie aspecten noem je ook wel de 3 M’s. Van vroeger nog, want dit is ‘oude’ kennis. Je weet wel, geleerd van die oude rotten in het vak. De Yoda’s in de paardenwereld.
De eerste M
De eerste M is natuurlijk de Methode, of ook wel de Manier. Hoe doe je wat je doet? Dat kan dus een trainingsmethode zijn, maar ook een hulp. Hoe voer je die uit? Hoe stel je je vragen? Wat is het doel van de hulp? Wat is de focus van je methode? Is dat connectie, kracht, souplesse, communicatie? Waar draait het om in de methode die je inzet?
In die ‘gewone’ dressuur van vroeger, ging het bijvoorbeeld voornamelijk over fysieke aspecten. Het doel was om je paard zodanig te trainen, dat hij het ruitergewicht kon dragen. En daarna, om je paard te ontwikkelen als een atleet, zodat hij de oefeningen met speels gemak uit kon voeren. Het paard moest vooral ook gehoorzamen, en er was veel minder aandacht voor het mentale en emotionele welzijn. Zo zie je maar, niet alles van vroeger is alleen maar goed.
Als we het dan hebben over horsemanship methodes, gaan die veel meer over communicatie en de connectie die je met je paard hebt. En daarin is er weer minder aandacht voor de fysieke ontwikkeling van je paard.
De vergeten M’s
Dan lijkt het al gauw, alsof de Methode allesbepalend is. En toch, kunnen de twee overgebleven M’s, ongeacht welke methode je gebruikt, de training en samenwerking met je paard maken of breken. Ze zijn essentieel in de training met je paard, maar tegelijkertijd ook minder grijpbaar.
Dat komt omdat ze te maken hebben met gevoel. Er zit weinig theorie achter, het is bijna niet uit te leggen wat ‘goed’ is. Het is vooral je paard die bepaalt en jou vertelt of je deze twee M’s goed in de vingers hebt. Hoe dat zit? Lees verder en ik leg het je uit.
De vergeten M’s
Dan lijkt het al gauw, alsof de Methode allesbepalend is. En toch, kunnen de twee overgebleven M’s, ongeacht welke methode je gebruikt, de training en samenwerking met je paard maken of breken. Ze zijn essentieel in de training met je paard, maar tegelijkertijd ook minder grijpbaar.
Dat komt omdat ze te maken hebben met gevoel. Er zit weinig theorie achter, het is bijna niet uit te leggen wat ‘goed’ is. Het is vooral je paard die bepaalt en jou vertelt of je deze twee M’s goed in de vingers hebt. Hoe dat zit? Lees verder en ik leg het je uit.
De tweede M: Mate
De tweede M is Mate. Oftewel: de dosering van je hulpen. Hoe groot of hoe klein kun je je hulpen geven? Hoe vaak stel je je vragen? Stel dat je werkt aan de overgang van draf naar galop. En je hebt al bedacht hoe je dat gaat doen, welke hulp je gaat geven: de methode is helder. Hoe bepaal je dan hoeveel hulp je nodig hebt?
Hier is geen theoretisch, ‘goed’ antwoord op te geven. Want het hangt af van hoe goed je paard jouw vraag kan verstaan. Of jouw manier van galophulp al duidelijk is voor je paard. Een te grote hulp is onnodig, en kan je paard ook in de weg zitten, zowel fysiek, maar ook mentaal. Alsof je tegen iemand schreeuwt terwijl hij vlakbij staat: dat voelt nooit fijn. Een te kleine hulp is onduidelijk, en kan je paard in verwarring brengen. De communicatie wordt dan vaag: je paard moet aan je vragen wat je precies vroeg, en gaat misschien dingen aanbieden die je niet bedoelde. Of hij reageert niet, wat maakt dat de volgende hulp wellicht weer (te) groot moet zijn.
Rijvaardigheid & ruitergevoel
Het hangt ook af van je rijvaardigheid. Hoeveel lichaamsbeheersing heb je, om je hulpen in de juiste dosering te geven? Om écht alleen je been naar achteren toe aan te leggen, zonder dat je bovenlichaam verdraait? Zonder dat je je evenwicht bewaart met je handen, waardoor je ook een teugelhulp geeft?
En misschien nog wel het belangrijkste: je ruitergevoel. Hoe goed kun jij aanvoelen, of jouw hulp in die situatie, op dat moment, voor jouw paard precies de juiste mate heeft? En hoe goed durf jij te vertrouwen op jullie communicatie? Durf je ook op een wedstrijd klein te blijven, of maak je je hulpen dan maar groter, voor de zekerheid? Of durf je dan niet meer duidelijk te zijn, uit angst voor een fout?
Als ik deze M nog even wat groter mag stellen: ook je trainingsintensiteit heeft te maken met mate. Je kunt nog zo’n fijne methode hanteren, als je 100x dezelfde vraag stelt aan je paard, kan dat al je training teniet doen. Je loopt dan het risico op overtraining en ook mentaal gezien kun je je paard uitputten. Deze M heeft dus een enorme invloed op jullie samenwerking.
De derde M: Moment
En dan nóg zo’n ‘gevoelsding’, de derde M. Het moment, ook wel je timing. Wanneer geef je je hulp? Wanneer stel je een vraag en wanneer vooral ook niet? Wanneer is een goed moment om verder te zoeken samen naar dat fijne gevoel, en wanneer kun je beter een pauze inlassen? Wanneer geef je pressure en wanneer de release? Wanneer beloon je je paard en wanneer wacht je nog even?
Ook timing heeft te maken met je rijvaardigheid. Je moet zo’n goede motoriek hebben, dat je precies op het juiste moment je hulp kunt geven, kan ontspannen, aanspannen, loslaten en belonen. En ook timing is een kwestie van gevoel én van je mindset. Ben je zelfverzekerd en zit je in de flow, dan is je timing bijna als vanzelf goed. Je intuïtie is dan leidend. Onzekerheid zorgt ervoor dat je gaat twijfelen, je gaat teveel nadenken, en dus wordt de kans groter dat je het juiste moment mist.
Timing is alles. Een seconde kan al het verschil zijn tussen een goede en een slechte timing. Ook hiervoor geldt: al past de Methode nog zo goed, zonder het juiste Moment wordt je communicatie vaag en onduidelijk voor je paard. En dat zorgt voor verwarring, spanning en miscommunicatie… dat was nu net niet waar je naar op zoek was!
Ratio versus intuïtie
De Methode is vooral een theoretisch verhaal. Het is een rationele keuze, die je maakt vanuit de kennis die je hebt. Het Moment en de Mate zijn daarentegen een kwestie van gevoel en intuïtie. Het zijn de aspecten van de training die van paardrijden een kunst kunnen maken. Die het samenspel tussen paard en ruiter een magisch randje geven. Die voor ware harmonie kunnen zorgen. Alsof het vanzelf gaat, in een onzichtbare taal.
Denk daarom bij iedere hulp, iedere vraag die je stelt aan je paard, aan alledrie de M’s. Niet alleen of de manier waarop, passend is bij jou en je paard. Maar ook: is dit het juiste moment? En voel je wat de mate moet zijn?
Stop juist in die ‘vergeten’ M’s zoveel mogelijk tijd en energie. Oefen jezelf meer en je paard minder. Ga op zoek naar die flow en ontwikkel je ruitergevoel, jouw intuïtie als ruiter. Als je jezelf hierop traint en in laat begeleiden, transformeer je vroeg of laat naar een briljante ruiter (als je dat niet al was ;)).
Fotocredits: Ingrid Truijens / Juliette Fotografie
Doe mee met de GRATIS Training Togetherness Challenge
Wil jij je ruitergevoel ontwikkelen? En samen met je paard die flow en harmonie ervaren?
Dan heb ik goed nieuws… want binnenkort organiseer ik de GRATIS Training Togetherness Challenge!
Daarin gaan we op zoek naar die flow samen met je paard. De Challenge is helemaal gratis én online, dus kun je thuis doen.
Het hoe en wanneer maak ik binnenkort bekend, maar denk jij sowieso al: YES, dit wil ik? Meld je dan nu alvast aan!
0 reacties